Is duurzaamheid als vak links en betuttelend?

Het voornemen van de Radboud Universiteit om het vak duurzaamheid in het curriculum op te nemen, roept de nodige reacties op.

Wie beslissen er eigenlijk over de inhoud van ons onderwijs? Zijn de universiteiten linkse bolwerken (geworden)? Als het om het funderend onderwijs gaat, beslist uiteindelijk het parlement over het curriculum. De inspectie op het onderwijs houdt toezicht op de naleving en publiceert jaarlijks hierover in De staat van het onderwijs. De scholen hebben een bepaalde mate van vrijheid als het gaat hoe ze de voorschriften uitvoeren.

In de universitaire wereld bestaat een grote mate van wetenschappelijke vrijheid waarbij gekozen vertegenwoordigers, leden van de universiteits- en faculteitsraden, en door de Kroon benoemde universiteitsbestuurders uiteindelijk beslissen over de hoofdlijnen van de vakinhouden met hun kerndoelen, eindtermen, et cetera. Docenten bepalen met hun collega’s in vakgroepen en (sub)faculteiten over de invulling van die hoofdlijnen. De inhoud van onderwezen vakken is de weerspiegeling van wetenschappelijke en maatschappelijke consensus. Het onderwijs is per definitie de weerslag van een mix van eeuwenoude kennis en nieuw verworven inzichten.

In het dynamische proces van oude vormen en gedachten die afsterven zijn emancipatiebewegingen binnen en buiten het onderwijs actief om aandacht te vragen voor urgente maatschappelijke vraagstukken. Zo ontstond ten tijde van de Koude Oorlog  aandacht voor oorlog en vrede in de vorm van polemologie (wetenschap die de oorzaken en het ontstaan van oorlog en vrede onderzoekt, red.). Geen linkse hobby maar degelijk wetenschappelijk onderwijs en onderzoek met wijlen professor Röling als alom gerespecteerde expert.

Vanuit een andere hoek zien we hetzelfde patroon: denk aan de wisselwerking tussen onderzoek en ruimtevaart of tussen milieuvervuiling en wetenschapswinkels. Het vak circulaire economie maakt momenteel een spectaculaire groei door. Universiteiten en hogescholen zijn al lang geen onbewoonde eilanden meer maar dynamische stadscentra. Je kunt het ook omdraaien: het zou middeleeuws zijn als universiteiten geen aandacht schenken aan universele problemen zoals zeespiegelstijging, klimaatverandering en betekeniseconomie.

Een andere tegenwerping komt o.a. van Bram Peters uit Nijmegen in het opiniekatern van NRC Handelsblad van 22 november jl. met zijn opvatting dat het ronduit betuttelend is van duurzaamheid een verplicht vak te maken. Hij vindt dat studenten de vrijheid moeten hebben om hun studietijd in te delen zoals zij zelf willen. Peters heeft de overtuiging dat de nieuwe generatie zelf mag bepalen hoe zij om wenst te gaan met de erfenis van klimaatverandering.

Deze opvatting is de ultieme weerspiegeling van het neoliberalisme en individualisme anno nu: ik maak zelf wel uit wat ik doe en consumeer. Voor een universitaire studie, grotendeels betaald door de overheid, gelden andere waarden en normen dan voor boodschappen doen en vrijetijdsbesteding. Ik mag hopen dat iedere student dit verschil zelf kan bedenken.

Tekst: Henk Tameling

Meer inspiratie:

Overheid zet in op meer duurzaam onderwijs

Er is te weinig groei en verankering van duurzame ontwikkeling in het onderwijs. Wat willen ministeries daaraan doen?

Speel in op werknemer van de toekomst

Hoe zorgen bedrijven dat de werknemers van de toekomst zich straks thuis voelen en hoe sluit het onderwijs daarop aan?

Verbeelding tegen klimaatstress

Voor steeds meer jongeren geeft de blik op hun eigen toekomst onrust, stress of zelfs angst. Met de kracht van fantasie kunnen docenten hen daarbij helpen.