De overheid ondersteunt al jaren het uitgangspunt dat er meer duurzaam onderwijs gegeven moet worden op Nederlandse scholen. Toch gebeurt dat nog niet in alle onderwijstypen en blijken we veelal nog in de fase van toekomstscenario’s te zitten. Inmiddels afgestudeerd bestuurskundige Joanne Kooiman deed er onderzoek naar.
In augustus studeerde Joanne Kooiman af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, opleiding Bestuurskunde, specialisatie Beleid & Politiek met haar onderzoek De invulling en aanpak van duurzaamheidseducatie. Voor haar onderzoek interviewde ze 33 mensen en stelde ze de volgende vraag centraal: Welke toekomstscenario’s kunnen worden ontworpen voor de invulling en aanpak van duurzaamheidseducatie in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in Nederland?
Vo kan een voorbeeld nemen aan mbo
Uit het onderzoek blijkt dat duurzaamheidseducatie op verschillende manieren te definiëren valt, maar dat het neerkomt op een combinatie van inhoud, functie en rol. Enerzijds kan duurzaamheidseducatie bijdragen aan de leefbaarheid op aarde, anderzijds moeten jongeren beter voorbereid worden op toekomstige vraagstukken in de maatschappij en het bedrijfsleven.
Wat betreft de scholen zijn er in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) al veel goede praktijkvoorbeelden te vinden, wat te verklaren is door de reeds aanwezige samenwerkingen met bedrijven en de ruimte voor keuzevakken in mbo-opleidingen. De aandacht voor duurzaamheid in het voortgezet onderwijs (vo) is erg versnipperd en het vo kan een voorbeeld nemen aan het mbo door ook samenwerkingen te zoeken met bedrijven. Daarnaast hebben schoolbesturen in het vo een belangrijke rol in het opzetten en stimuleren van duurzaamheidseducatie.
In zowel het vo als mbo ligt de behoefte om goede praktijkvoorbeelden rondom duurzaamheidseducatie te verspreiden en van elkaar te leren. Stakeholders zoals ministeries, onderwijsraden, lobbyorganisaties, leerlingen en docenten hebben in dit onderzoek uiteenlopende oplossingen aangedragen die resulteren in vijf thema’s: meer samenwerking en samenhang tussen stakeholders, meer ruimte voor pilots, buitenschools leren en praktijklessen, duidelijke regie, overeenstemming over terminologie en langetermijndenken en filosoferen.
Conclusie en aanbevelingen
Uit dit onderzoek blijkt dat vier verhaallijnen hierin belangrijke instrumenten zijn. Zo moet er een onderwijssysteem ontwikkeld worden waarin jongeren met plezier, motivatie en oplossings-gerichtheid nadenken over wat zij kunnen bijdragen aan de wereld. Ook moeten verschillende ministeries meer samenwerking zoeken en verantwoordelijkheid oppakken. Verder moet dit onderwijsvraagstuk een vraagstuk worden van de hele maatschappij, en tot slot bieden de Sustainable Development Goals (SDG’s) handvatten om de invulling van duurzaam onderwijs verder vorm te geven. Als aanbeveling geldt dat meer onderzoek nodig is, met name naar wat er al wél gebeurt rondom duurzaamheidseducatie.
Tekst en foto: Henk Tameling