Duurzaam onderwijs is een begrip dat op onbegrip stuit, onduidelijkheden oproept en ook weerstand. Om enige opheldering te brengen bij dit containerbegrip doe ik een poging tot verduidelijking. Ik doe dat kort en oppervlakkig: ik stip de hoofdlijnen aan en probeer de complexe materie in beeld te brengen.
Een waarschuwing bij voorbaat: om te komen tot duurzaam onderwijs is een fundamentele verandering van de schoolorganisatie noodzakelijk. Het wenkende perspectief zit o.a. in betrokkenheid: duurzame organisatieontwikkeling werkt als alle actoren actief betrokken zijn bij en invloed hebben op het veranderingsproces.
In dit concept tracht ik systematisch de bouwstenen te verzamelen van mijn droom voor duurzaam onderwijs op Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs. Ik doe het alsof ik werk aan een schoolplan voor een school.
Het gaat niet om de gebouwen
‘Scholen moeten vijf keer zo hard verduurzamen als ze nu doen’
Deze krantenkop van een stuk in Trouw (11 april 2019) past niet bij mijn uiteenzetting omdat het over verduurzamen van gebouwen gaat: ‘Het verduurzamen van schoolgebouwen gaat te langzaam. Veel te langzaam, zeggen voorzitter Bernard Wientjes en directeur Etty Schippers van rijksinitiatief De Bouwagenda. “Scholen moeten vijf keer zo hard verduurzamen als dat ze nu doen”, stelt Wientjes. “In het huidige tempo zijn alle gebouwen, waaronder scholen, pas in 2350 duurzaam te noemen. Dat is niet zomaar een jaartal. Dat hebben we uitgerekend.”
Ik schrijf – hoe belangrijk ook – niet over duurzame gebouwen in het onderwijs, maar over mensen die in die gebouwen werken en studeren: leraren en hun leerlingen. De samenwerking tussen deze twee geledingen en de participatie van leerlingen in het ontwerpen van betekenisvol onderwijs zijn in mijn visie cruciaal bij het denken over en werken aan duurzaam onderwijs. Mijn uitgangspunten zijn daarbij:
- leerlingen en leraren zijn gelijkwaardig, niet gelijk
- de kwaliteit van het onderwijs verbetert door actieve participatie van alle geledingen in de schoolorganisatie
Duurzaam onderwijs is volgens mij de kans om leerlingen een stem te geven.
Langetermijn effecten van onze acties
Ecologische noodtoestand vraagt om andere kijk op onderwijs
Onderwijspedagoog Gert Biesta (auteur van o.a. Het prachtige risico van onderwijs) pleit voor een andere kijk en richting in het voortgezet onderwijs als het gaat om duurzaam onderwijs. Dit vraagt volgens hem om pionieren en nieuwe wegen inslaan. Dromen, durven, doen zou ik zeggen in navolging op Ben Tiggelaar.
In de pedagogiek gaat het volgens Biesta om existentiële vragen over hoe we als mensen proberen te leven en samen te leven. Vanuit die visie breidt hij de kerntaken van het onderwijs uit met het begrip subjectivicatie: Ik citeer Biesta: ‘Het is gebruikelijk om kwalificatie, het aanbieden en verwerven van kennis en vaardigheden, als de ‘core business’ van het onderwijs te zien. Socialisatie, als het bieden van oriëntatie in tradities en praktijken, wordt daarbij vaak als de tweede ‘laag’ benoemd, en wordt meer en meer als taak van het onderwijs erkend. Is subjectificatie, de aandacht voor het persoon-zijn van de leerling, (…) de derde ‘laag?’
Volgens Jan Jetten zijn systeemdenken en duurzaamheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Eén van de belangrijkste uitgangspunten van systeemdenken is het stil staan bij de langetermijneffecten van onze acties. Jetten: ‘Systeemdenken is de gerichtheid om onderlinge betrekkingen te zien in plaats van losse fenomenen, om patronen van verandering te zien in plaats van momentopnamen, om het verschil te zien tussen een probleem en een symptoom.’
Kinderen zijn van nature systeemdenkers. Op school is het echter net of we alle moeite doen, om aan het begrijpen van samenhangen en aan het natuurlijk leren van kinderen een einde te maken. Als we in staat zijn de complexiteit van de werkelijkheid beter te begrijpen, zijn we tevens in staat om positieve invloed uit te oefenen op deze werkelijkheid.
Duurzaam onderwijs is ambitieus
Arjen Wals (hoogleraar Wageningen Universiteit) omschreef de noodzaak van leren voor duurzaamheid als volgt:
Het reguliere onderwijs is bijna volledig gericht op het versterken van de economie en gaat grotendeels voorbij aan de hedendaagse duurzaamheidskwesties. Daardoor missen jongeren het noodzakelijke basisdenken om wereldwijde problemen, zoals over voedselzekerheid, biodiversiteit of grondstoffenschaarste het hoofd te bieden. We moeten jongeren opleiden en uitrusten met competenties die hen in staat stellen de wereld te verduurzamen. (2015)
Samenvattend spelen bij de conceptontwikkeling van duurzaam onderwijs in elk geval de volgende onderwerpen een rol:
- de mate van participatie van alle direct betrokkenen op school;
- de kerntaken van het onderwijs en ons mensbeeld en de rol van de school daarin;
- systemisch denken als uitgangspunt voor pedagogiek en didactiek;
- een andere visie op de economie van onze samenleving en
- de organisatie van de school.
De ontwikkeling van een concept voor duurzaam onderwijs vergt veel van alle betrokkenen. Veel tijd om te dromen, om te durven en te doen. Bereid zijn om je eigen oordelen en vooroordelen ter discussie te willen stellen. Bereid zijn om je kwetsbaar op te stellen. Om samen te werken. Om fouten te durven maken. Om lef te hebben. Om je verantwoordelijkheid te nemen in een wereld die in rap tempo verandert.
Bouwstenen, dromen, pionieren…ik nodig je graag uit om ook te dromen over duurzaam onderwijs en eraan mee te bouwen.
Het concept
- Waarden, proces en middelen
Zoals alle organisatieprocessen bestaat een concept schematisch uit drie hoofdzaken: de waarden, het proces en de middelen oftewel: waarom, hoe en wat.
De waarden die duurzame scholen als uitgangspunt hebben, zijn in dit concept de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) of Duurzame Ontwikkelingsdoelen van Verenigde Naties. De voordelen van het gebruiken van SDG’s zijn dat ze algemeen, wereldwijd aanvaard zijn en dus in universele bewoordingen zijn geformuleerd. Heel praktisch en pragmatisch: in Nederland zijn de SDG-doelen leidend voor overheden en voor profit- en non-profitorganisaties.
Het proces kent vele niveaus: landelijk (Tweede Kamer, ministeries, onderwijsinspectie, non-profitorganisaties), regionaal, lokaal en op het niveau van de afzonderlijke scholen. In dit document ga ik hier verder niet op in. Relevante organisaties zijn hierin m.i. de Coöperatie, Leren voor Morgen, YouthforClimate-NL, The Time is Now Foundation, Ecoschools, Groene brein, O3Effect.
Tot het proces reken ik ook de strategie van invoering. Ik kies hierbij voor de whole school approach, zoals die o.a. door Arjen Wals (hoogleraar Wageningen) is ontwikkeld.
Veranderingsprocessen zijn succesvol als goed en serieus is nagedacht over de voorwaarden waar het proces aan moet voldoen. Ik verbind dus voorwaarden aan de invoering van duurzaam onderwijs. Ik werk dat in het tweede deel van dit document uit. De voorwaarden hebben o.m. te maken mensen en middelen, met de opleidingen voor leraren en schoolleiders, met participatie van alle geledingen (docenten, leerlingen, ouders), met integraliteit en lange termijnbeleid.
Het proces van invoering zal in de nabije toekomst een verplichte en een vrijwillige component omvatten. De aanstaande invoering van een ander curriculum heeft een groot verplichtend, d.w.z. door de overheid bekrachtigd karakter. Naar verwachting zal het onderwerp van duurzaamheid daarin een wezenlijk bestanddeel vormen. Daarnaast hebben de scholen zelf een grote mate van vrijheid in de te maken keuzes en in de omvang van duurzaam onderwijs op de eigen school.
Tenslotte ga ik niet in op het onderdeel Middelen. De hoe-vraag van duurzaam onderwijs vind ik iets wat vooral aan de scholen zelf moet worden overgelaten. Gelukkig zijn tal van organisaties en scholen hierin al jarenlang actief. Zelf richt ik me wat dit betreft op een digitaal project voor sector- en profielwerkstukken op het gebied van duurzame onderzoeksonderwerpen.
- Definitie, missie, visie, strategie duurzame scholen
- Definitie
Duurzame scholen zijn scholen die als schoolgemeenschap actief, integraal en gestructureerd meerjarige bijdragen leveren aan een of meerdere duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG’s) van de Verenigde Naties.
- Missie
Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs hebben als missie om als schoolgemeenschap gestructureerd een bijdrage te leveren aan zeventien Sustainable Development Goals of Duurzame Ontwikkelingsdoelen van Verenigde Naties, om de wereld tot “een betere plek te maken in 2030”, zoals de Verenigde Naties (VN) in hun voorstel voor een nieuwe mondiale agenda schrijven.
Het eerste en belangrijkste doel is het beëindigen van extreme armoede, volgens de VN. Verder zijn er doelen over gezondheid, onderwijs en schoon drinkwater, maar ook doelen over duurzame energie, minder ongelijkheid en het aanpakken van klimaatverandering.
- Visie
De Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs leggen, bij het leveren van een bijdrage aan de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen, het accent op het vierde duurzame ontwikkelingsdoel van de VN: Kwaliteitsonderwijs en hieruit met name het zevende subdoel:
Er tegen 2030 voor zorgen dat alle leerlingen kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om duurzame ontwikkeling te bevorderen, onder andere via vorming omtrent duurzame ontwikkeling en duurzame levenswijzen, mensenrechten, gendergelijkheid, de bevordering van een cultuur van vrede en geweldloosheid, wereldburgerschap en de waardering van culturele diversiteit en van de bijdrage van de cultuur tot de duurzame ontwikkeling.
- Strategie
Als uitgangspunt voor het leveren van een bijdrage aan duurzaam onderwijs wordt gekozen voor “a whole school approach.” Dit betekent dat de missie en visie van de school worden vertaald naar de praktijk van het onderwijs op de volgende onderdelen:
- het curriculum
- de pedagogiek
- de didactiek
- de professionele ontwikkeling van docenten en schoolleiders,
- de bedrijfsvoering
- de relatie van de school met de buitenwereld.
- de kwaliteitszorg van duurzaam onderwijs, bewaakt door de onderwijsinspectie.
3. Toelichting op de definitie van duurzame scholen
- Schoolgemeenschap
In mijn visie zijn bij de ontwikkelingen van een duurzame school alle geledingen (docenten, schoolleiders, onderwijs-ondersteuners, leerlingen en ouders) actief betrokken.
- Actief
Leerlingen spelen een actieve rol in de door te voeren veranderingen op school volgens het principe van ‘student-led change’. Zij onderzoeken hun leer- en leefomgeving en werken aan concrete acties om deze (steeds verder) te verduurzamen.
- De schoolgemeenschap ontwikkelt eigen lesmateriaal, nodigt externe sprekers uit, regelt relevante excursies en realiseert internationale uitwisselingsprogramma’s van leerlingen uit het voortgezet onderwijs op het gebied van SDG’s.
- Integraal
Het curriculum van een school behandelt naast ecologische, klimatologische, sociale, economische onderwerpen ook filosofische en ethische vraagstukken. Centraal staat de vraag: Hoe leer je jonge mensen duurzame afwegingen te maken?
De manier van omgang met elkaar, de bedrijfsvoering op het gebied van energie, kantine- en reprofaciliteiten, de verwerking van afval, beleid m.b.t. mobiliteit zijn duurzaam op elkaar afgestemd: “De school ademt duurzaamheid.”
- Gestructureerd
Het programma voor duurzame schoolontwikkeling wordt gestructureerd voorbereid, geïmplementeerd en geëvalueerd. Het programma van invoering heeft instemming van de MR, maakt deel uit van het Schoolwerkplan en de jaarlijkse begroting van de school op het gebied van financiën en formatiebeleid. De inspectie toetst dit vanzelfsprekend.
- Meerjarig
De school ontwikkelt duurzame plannen voor meerdere jaren, verdeeld over de diverse leerjaren.
4. Voorwaarden voor succesvolle implementatie
- Er is op school budget voor duurzame ontwikkeling.
- Er zijn medewerkers belast met specifieke taken, te denken valt aan coördinatoren voor duurzaamheid, docent-ontwikkelaars en portefeuillehouders in de schoolleiding voor duurzaamheid
- Duurzame ontwikkeling is opgenomen in het meerjarenplan (het schoolplan, voor vier jaar)
- Duurzaam onderwijs wordt bij diverse vakken op verschillende manieren getoetst
- Duurzaam onderwijs heeft een wettelijk kader met een parlementair ondersteund curriculum (voorstellen van de coöperatie Leren voor morgen)
- Het toetsingskader van de onderwijsinspectie is geënt op duurzaam onderwijs.
- In de jaarlijkse evaluatie van schoolontwikkelingen is ‘duurzame ontwikkeling’ een item; de stakeholders geven anoniem hun mening in enquêtes en/of nemen persoonlijk deel aan panels over de geboden kwaliteit van de school
- Duurzame ontwikkeling vormt een onderdeel van de opleidingsinstituten voor leraren in het Hoger Onderwijs.
Bronnen:
- Coöperatie Leren voor Morgen
- Gert Biesta, Inaugurele rede als bijzonder hoogleraar Pedagogische dimensies van onderwijs, opleiding en vorming met bijzondere aandacht voor processen van humanisering en persoonsvorming./ Universiteit voor Humanistiek/11 april 2018
- Jan Jetten, op website Wij-leren
- The Time is now Foundation, rondetafelgesprekken 2019
- Arjen Wals, persoonlijk hoogleraar Transformatief leren voor sociaalecologische duurzaamheid in zijn intreerede aan Wageningen University op 17 december 2015.
Tekst: Henk Tameling