Leren repareren geeft spullen waarde

Een gat in je sok? Weg ermee. De schouderband van je sporttas losgescheurd? Waardeloos, in de vuilnisbak. Het snoer van de router stuk? Hele ding onbruikbaar. Maar is dat zo? NADO spreekt hierover met Martine Postma en Wiel Wijnen, voorstanders van ‘repareeronderwijs’ en mede-initiatiefnemers van Repareren.nu.

Voor veel (jonge) mensen is het repareren van gebruiksvoorwerpen geen dagelijkse bezigheid. Ondanks het streven van de overheid om de economie in 2050 volledig circulair te hebben gemaakt, leven nog steeds in een wegwerpmaatschappij waarin we verleerd zijn hoe we iets kunnen repareren. Het gebruik van gereedschap lijkt een vaardigheid uit de vorige eeuw en voor het onderhoud van je fiets hebben we geen tijd meer of we kúnnen het niet meer. We huren liever een SWAP-fiets.

Repareer skills als basisvaardigheid

Reden voor Martine Postma (directeur stichting Repair Café International), Wiel Wijnen (kwartiermaker Bijscholing vmbo) en Liedewij de Graaf (projectcoördinator stichting CircuLeren) om in te zetten op een nieuw keuzevak voor het vmbo: Repareren. Daarmee maak je leerlingen bewust van de waarde van spullen en leren ze reparatievaardigheden aan. In het online inspiratiemagazine vertellen leerlingen, leerkrachten en mensen uit de beroepspraktijk over de vele voordelen die repareerskills met zich meebrengendie.

Je leest er interviews met daarin uitspraken als ‘Leerlingen ervaren weer het plezier van spelenderwijs iets kunnen maken. Lekker prutsen geeft vertrouwen’, ‘We kijken naar het afvalprobleem van hout, textiel, metaal en elektrische apparaten en fantaseren hoe de ideale ketens eruit zouden zien’, ‘Wat waardeloos leek wordt weer waardevol’ en ‘Ook bij docenten kan dit vak het circulair denken op gang brengen’.

Met het oog op de circulaire economie is het heel hard nodig dat mensen weer leren repareren, legt Martine Postma uit. ‘Dat is echt nog de missing link. Mensen denken vaak dat je de cirkel rond maakt door een product na gebruik te recyclen, maar daarmee sla je een hele fase in het leven van een product over, namelijk die van reparatie en hergebruik.’

De milieu-impact van ‘spullen’ is enorm. ‘Om die te produceren is water en land nodig, het leidt tot ontbossing, drukt op de voorraad aan grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen van onze aarde. Ook de biodiversiteit heeft te lijden onder onze koopdrift. De productie van spullen leidt zelfs tot bodem-, lucht- en waterverontreiniging waar we uiteindelijk onszelf ziek mee maken’, zo meldt het kenniscentrum van Natuur&Milieu, die de repareerbaarheid van apparaten ook wil vergroten.

‘Repareeronderwijs’ invoeren

We hebben natuurlijk wel allerlei spullen nodig, zoals kleding, meubels, apparaten. Door het zo lang mogelijk te gebruiken, liefst tot het echt helemaal op is, en daarna de grondstoffen waar het van gemaakt is te herwinnen en opnieuw te gebruiken, ben je écht circulair bezig en is de cirkel rond. Er zijn geen of nauwelijks nieuwe grondstoffen nodig en er is geen of nauwelijks afvalverbranding.

Door ‘repareeronderwijs’ in te voeren maken leerlingen op jonge leeftijd kennis met het fenomeen repareren en ontdekken ze hoe dat werkt. Postma: ‘Het gaat ook om een gevoel van ‘controle’; het maakt je sterk, onafhankelijk en stimuleert de creativiteit. Zo zat ik zelf met een dekbedhoes met een versleten bovenrand. Door daar andere stukjes stof op te zetten, hoefde ik niet een enorme lap – nog goede! – stof weg te gooien. Dat gaf me een trots en goed gevoel.’

Behalve voldoening, scheelt het ook geld voor de aanschaf van een nieuw product én leer je zorgvuldig om te gaan met spullen en grondstoffen. En dat geldt niet alleen voor het privégebruik van producten, het kan bij jongeren ook doorwerken in hun beroepskeuze en latere bijdrage aan de circulaire samenleving. Postma: ‘Wanneer ze na het vmbo bijvoorbeeld een opleiding gaan volgen waarbij ze gebruiksvoorwerpen leren ontwerpen, zijn ze zich al bewuster van de levenscyclus van producten. Dat helpt ze vooruit te denken over de fase waarin een product onderhoud nodig heeft of gerepareerd moet worden, en hoe je dat meeneemt in het ontwerpproces. Het wordt dan belangrijk dat je onderdelen kunt demonteren en de behuizing open kunt maken om bij de onderdelen te komen en ze te repareren of vervangen.’

Refurbishen is een groeiende markt, sustainable makers zijn een nieuwe beroepsgroep. ‘We krijgen zelfs reacties van bedrijven die behoefte hebben aan monteurs en andere technici. Zij bieden aan dat leerlingen die straks het keuzevak Repareren gaan volgen, bij hen stage kunnen komen lopen. Er is dus echt behoefte aan dit soort praktijkgericht onderwijs.’

Goedkeuring voor het keuzevak

Een nieuw keuzevak introduceren, is nog niet zomaar geregeld. Wiel Wijnen legt uit dat daar kwaliteitseisen achter zitten. ‘Het toevoegen van een vak dat meetelt voor zakken of slagen, moet goedgekeurd worden door een commissie van het ministerie van OCW. We gaan nu uit van daadwerkelijke invoering per 1 augustus 2022, hoewel dat nog niet vaststaat.’

Voordat de aanvraag officieel was ingediend heeft de organisatie verschillende scholen gepolst over de interesse voor het keuzevak Repareren. Wijnen: ‘Ze waren zonder uitzondering positief. We weten nu al dat scholen die het beroepsgerichte profiel D&P voeren erg gecharmeerd zijn van dit keuzevak. Ook scholen met technische profielen zouden het willen inzetten. Eén school (TalentStad in Zwolle) heeft al een aanvraag ingediend bij het ministerie.’

Wat mee kan helpen is de nieuwe Ecodesign-richtlijn die vanaf 1 maart van kracht is. Hiermee zet Europa een belangrijke stap om reparatie te bevorderen. Zo komen er minimumtermijnen voor de beschikbaarheid van reserveonderdelen en reparatie-informatie. ‘Het onderwerp repareerbaarheid en repareren staat op de agenda en gaat daar niet meer vanaf. Daarvan zijn wij overtuigd’, aldus Wijnen.

Wat docenten nu al kunnen doen

Als je als docent of schoolleider interesse hebt, wat kun je nu al doen? Postma: ‘Lees het inspiratiemagazine en haal daar ideeën uit! Schrijf je ook in op onze nieuwsbrief, dan blijf je op de hoogte van de ontwikkelingen rond het vak. In de nieuwsbrieven van Stichting Platforms VMBO en De Nieuwe Leerweg wordt ook altijd aandacht besteed aan de introductie van een nieuw keuzevak.’

Materiaal voor in de klas
Vanuit Stichting Repair Café is er de mogelijkheid om lesmateriaal op te vragen waarmee een aantal repareerlessen op school kan worden georganiseerd. Dit materiaal kun je bestellen op de site van Repair Café International. Het betreft het startpakket Repair Café in de klas, dat een handleiding biedt voor repareerlessen in samenwerking met vrijwilligers van een lokaal Repair Café.

Tekst: Trisha Goossens | Foto: Hans van der Woerd/Repareren.nu

Meer inspiratie:

‘De dialoog tussen docent en leerling telt’

TIen leerlingen geven hun mening over duurzaamheid en klimaat in relatie tot vakken, toetsen en docenten.

‘Hoe leren we leerlingen kritisch denken?’

Maarten Nijman, directeur bij Our New Economy, over de noodzaak het denken over de economie te veranderen.

De stapelaars in zijn onderwijsfamilie

Jeroen Dijsselbloem komt uit een onderwijsgeslacht, koos voor de politiek, en schreef 'De onderwijsfamilie', een familiekroniek over honderd jaar onderwijs in Nederland.