Red jezelf, begin bij de wereld

Een gelukkige wereld in 2050, wie wil dat niet? Auteur en ontwerper Babette Porcelijn schetst in haar nieuwste boek Het Happy 2050 scenario hoe we dat kunnen bereiken. NADO Nieuws bespreekt haar boek en is benieuwd of haar bevindingen ook bruikbaar zijn in het onderwijs.

Babette-Porcelijn_RSD6429frankbyrenee-scaled-2048x1367B

Ken je de uitdrukking: “Red de wereld, begin bij jezelf”? Babette Porcelijn draait ’m liever om: ‘Red jezelf, begin bij de wereld. Om zelf een mooie toekomst te kunnen hebben, is het belangrijk dat die wereld op orde is. Nu is ‘de wereld’ nogal groot en best complex om te begrijpen, dus heb ik er een boek over geschreven.’

Dat Het Happy 2050 scenario een lijvig boek geworden is, is geen wonder; gedurende vijf jaar sprak Porcelijn vele wetenschappers en andere deskundigen op zoek naar antwoorden op haar vragen, én alle vragen die die vragen weer opriepen. Dat maakt het tot een volledig verhaal, waarbij je heel mooi de samenhang tussen alle onderdelen ziet, hoe alles elkaar beïnvloedt.

Blinde vlekken ontdekken

‘De reden dat ik álles wilde meenemen was de behoefte om het geheel te overzien, om in de hele puzzel de blinde vlekken te ontdekken die ons in de problemen brengen. Die vlekken ontstaan doordat we telkens inzoomen op bepaalde onderwerpen en vergeten uit te zoomen voor het broodnodige overzicht’, verklaart Porcelijn de bijna 500 pagina’s.

Ze maakt het complexe systeem dat wereld heet behapbaar en visueel door het te verpakken in een herkenbaar model: een gelukspoppetje. Een vorm vergelijkbaar met de bekende piramides die de rangorde en onderlinge verhoudingen verbeelden binnen bijvoorbeeld ecosystemen en voedselketens. Het Chinese poppetje zelf staat symbool voor voorspoed in het leven.

Het boek kent een logische opbouw met het gelukspoppetje als uitgangspunt en een uitgebreide toelichting in het begin. Die structuur nodigt uit om het van begin tot eind te lezen. Het neemt je stap voor stap mee door de acht ‘lagen’ van het poppetje: wat de situatie nu is, hoe ze elkaar beïnvloeden en wat je in elke laag kunt doen om te veranderen.

Weeffouten blootleggen

Het is niet echt een boek om in te grasduinen en her en der stukjes uit te plukken. Je zou het met recht een ‘studieboek’ kunnen noemen, maar met een aantal grote voordelen ten opzichte van veel andere leerboeken: het is een prachtige uitgave met een luchtige opmaak en bijzonder toegankelijk en pragmatisch geschreven. Er staan geen lappen tekst in (veel witregels!), er zijn samenvattingen en verhelderende illustraties, en Porcelijn heeft, heel behulpzaam, kruisverwijzingen ingevoegd: waar van toepassing verwijst ze naar de pagina(’s) waar je bijbehorende of aanvullende informatie vindt.

‘Hoewel het niet de bedoeling was, is het uiteindelijk echt een boek geworden voor geïnteresseerde volwassenen. Het gaat om het blootleggen van abstracte weeffouten in het systeem en wat daar aan te doen. Als je het goed wilt bevatten, alle verbanden wilt zien en het je eigen wilt maken, raad ik aan het vaker lezen’, zegt Porcelijn. Daar ben ik het mee eens: neem er de tijd voor en lees het in etappes zodat het net zo tot je doordringt als hoe het bij haar onderdeel is geworden van haar hele denken.

Standaardwerk voor opleidingen en studies

Als ik haar vraag of het boek toepasbaar is in het onderwijs, is ze zeer gedecideerd: ‘Ik vind dat het een standaardwerk zou moeten zijn in het hbo en wo! Zij kunnen dat kunnen dat aan, zo’n alomvattend boek en zij hebben het ook nodig om dat denk- en werkniveau waar ze later ook mee te maken krijgen, te doorgronden. Denk aan economische, sociale en beleidsstudies, maar ook alle opleidingen rondom ecologie, biologie, natuur en milieu. En natuurlijk onderwijskundige en technische opleidingen.’ Zelfs studenten Nederlands zouden het als studieboek kunnen gebruiken, bedenkt ze zich gaandeweg. We spreken over ons taalgebruik en dat het weergeeft hoe we aankijken tegen bijvoorbeeld de klimaatcrisis. ‘Het woord ‘klimaatverandering’ is met opzet door spindoctors zo geframed om de urgentie eruit te halen, want ‘verandering’ is niet per se negatief. Maar het doet natuurlijk geen recht aan de crisis waarin het klimaat zich feitelijk bevindt.’

Voorbeelden van pagina’s uit Het Happy 2050 scenario.

Vertaalslag voor po en vo

Het boek bevat zoveel onderbouwde kennis, dat zou ook toepasbaar moeten zijn in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Daar is Porcelijn dan ook – nu nog in haar hoofd – mee bezig: ‘Het vraagt om een vertaalslag, een soort samenvatting met de belangrijkste punten en meer praktisch beschreven. Het zal dan vooral gaan over hoe producten gemaakt worden en welke verborgen impact die in zich hebben, hoe alles met elkaar samenhangt en wat we daaruit kunnen leren. Een soort ‘doeboekje’, vergelijkbaar met Ecopositief in vijf stappen dat ik eerder maakte.’ Ze denkt even na en concludeert dat voor het primair onderwijs met name het handelingsperspectief leidend is (‘wat kan ik zelf doen’) en in het voortgezet onderwijs je meer kunt ingaan op de achtergronden, hoe het zit met de blinde vlekken in de productieketens en de internationale aspecten (het ‘hier’ en het ‘daar’).

In hoeverre kan een docent bepaalde delen uit het boek lichten en daar zelf mee aan de slag gaan in de les? Porcelijn is voorzichtig omdat je snel de context verliest. ‘Je kunt op bepaalde, aansprekende, onderwerpen inzoomen, zoals de impact van ons drugsgebruik of true pricing bij chocola. Het is dan wel belangrijk het grotere geheel erbij mee te nemen, zodat leerlingen snappen hoe alles met elkaar samenhangt.’ Ze benadrukt dat je bij elk onderwerp alle aspecten mee moet nemen en het niet isoleert. Ze wil heel graag dat haar materiaal wordt gebruikt en gedeeld als voedings- en bouwstoffen om positief mee aan de slag te gaan. En als je als docent een les ontwikkelt waar een ander ook mee aan de slag kan, deel het dan. ‘Je kunt ook ons onderwijsteam erbij betrekken. Bijvoorbeeld voor vragen of om het lesmateriaal verder te verspreiden om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Delen is vermenigvuldigen en dat vergroot onze slagkracht.’

Je best blijven doen

Gaan we het halen en leven we in 2050 in een gelukkige wereld? Porcelijn blijft optimistisch: ‘We gaan het vast niet zo doen zoals beschreven in mijn boek, dat is het hoogst haalbare, dus je weet dat daar van alles van wordt afgesnoept. En de uitkomsten van COP26 maken me ook niet bijzonder gelukkig. Toch maakt dat allemaal niet uit voor mijn persoonlijke streven, het gaat erom dat je je best blijft doen. Hoe klein de verandering ook is die je bereikt, door beetje bij beetje bij te sturen, heb je een positieve invloed op de uiteindelijke ontwikkeling. En als het niet helemaal lukt, laat dat nooit de reden zijn dat je opgeeft. Ga gewoon door. Het streven alleen al geeft voldoening en is innerlijk verrijkend.’

Tekst: Trisha Goossens | Foto’s: Renée Sara Doorn | Illustraties: Babette Porcelijn

Meer inspiratie:

Waarom leren voor duurzame ontwikkeling?

Drie redenen waarom leren voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs nodig is.

Hoort duurzaamheid thuis op school?

Black Live Matters, loverboys, climate change, is school de beste plek om het daarover te hebben? Ja en nee, vindt Henk Tameling.

De school van vroeger, vandaag en morgen

Zes bevlogen onderwijstijgers kijken in een ‘klassengesprek’ terug op hun eigen schooltijd en welke invloed dat heeft gehad op wie ze nu zijn en wat ze nu doen.