In de reeks NADO on tour gaan kopstukken en experts uit het economische veld in gesprek over ander economieonderwijs. Vooruitlopend op de bijeenkomsten, lichten we een aantal sprekers uit. Deze keer: Maarten Nijman, directeur bij ONE (Our New Economy), een denktank die zich richt op het veranderen van denken over de economie. Hij is op 17 november te gast op de bijeenkomst in Amsterdam.
Maarten Nijman is een ‘man met een missie’ en hij vindt dat we ons economisch denken moeten veranderen. Hij wil duidelijke doelen stellen om te komen tot een “Wellbeing Economy” en is daarom ook actief betrokken bij de Wellbeing Economy Alliance, een samenwerking van organisaties, groeperingen en individuen die streeft naar sociale rechtvaardigheid op een levende planeet. ‘We hebben andere beelden nodig om mensen los te weken uit huidige ingesleten patronen’, stelde Nijman al in de zomer van 2020 in zijn artikel in het New Financial Magazine.
In deze tijd schuift bij ieder onderwerp ‘dé’ econoom aan om mee te praten aan tafel, en vaak heeft die het hoogste woord. Je zou inderdaad verwachten dat ‘dé’ econoom bestaat, omdat economiestudenten al decennialang dezelfde stof krijgen aangeboden en in hun kennis een zekere ‘waarheid’ schuilt. Toch woedt er al jaren een discussie over het failliet van ons huidig economisch model en komen er nieuwe stromingen op. Waarom zit er in economielessen en -studies dan nog nauwelijks stof over de feministische, ecologische of marxistische economie? Wat maakt het zo lastig om het economieonderwijs te veranderen?
Nijman: ‘Het economieonderwijs zoals we dat zien op havo en vwo richt zich sterk op de wetenschappelijke wereld: denken als een econoom. Dat is best raar als je bedenkt dat op dit moment voor de studie economie het examenvak economie helemaal niet verplicht is. En bijna alle theorie die wordt aangeboden, is gebaseerd op de neoklassieke economische stroming.’
Kritisch leren denken
Leerlingen horen misschien nog iets van gedragseconomie als het over speltheorie gaat, maar de invalshoek van de feministische, ecologische of marxistische economie bereikt het klaslokaal amper, volgens Nijman. ‘Hoe leren we jongeren dan kritisch denken? Er zit een normatief debat onder het aanbod van deze theorieën verborgen. Leerlingen denken nu dat de economische theorie objectief of waardenvrij is. Het tegendeel is waar: de waarden die het in zich draagt, worden niet expliciet gemaakt.’
Bij ONE werkt Nijman ook mee aan het ontwikkelen van lesmateriaal. Hij denkt daarbij na over de nieuwe economie en stelt zichzelf essentiële vragen als: Hoe kunnen we de natuurlijke wereld regenereren? Wat voor samenleving zouden we graag zien? En wie wil jij zijn als mens? Door deze drie dimensies (persoon, samenleving, wereld) in één beeld te combineren, onderzoekt hij wat duurzame oplossingen kunnen zijn. ‘Een nieuwe aanpak in het onderwijs speelt daarin een cruciale rol. Zeker omdat ik – helaas – een parallel zie tussen mijn eigen economielessen van pakweg veertig jaar geleden en het huidige onderwijs: het is nog steeds enorm abstract. Hoe je belastingaangifte doet, wat de planbureaus doen of hoe het opzetten van een eigen bedrijf nou precies gaat, dat komt maar weinig aan bod.’
Praktijk en theorie samenbrengen
Als hij meekijkt met wat zijn dochter nu leert, valt het Nijman op dat het meeste onderwijs, dus ook over economie, niet zo gek veel anders is dan wat hij leerde. ‘De iPad heeft z’n intrede gedaan, maar de traditionele vorm van docenten die uitleggen, individuele- en groepsopdrachten uit het boek opgeven, het maken van werkstukken, overhoringen en proefwerken geven om te toetsen of de docent het goed heeft uitgelegd; dat alles staat nog overeind. Vakken staan naar mijn mening soms los van de samenleving die de jongeren ervaren en de stappen die zij zetten richting zelfstandigheid. Er is altijd al een grote kloof geweest tussen praktische en theoretische opleidingen. Ik begrijp ook niet waarom er in de theoretische opleiding geen aandacht is voor vaardigheden als koken, repareren of verzorging.’
Volgens Nijman zijn er juist verschillende dwarsverbanden mogelijk tussen vakken. ‘Afhankelijk van de onderwerpen kun je de link met wiskunde eenvoudig maken, maar ook met aardrijkskunde, over grondstoffen of logistiek. Zelfs met biologie, zeker als we ecologische economie gaan toevoegen. Voor leerlingen die filosofie hebben kan het onderwerp ethiek verder uitgediept worden. En wat dacht je van de geschiedenis van de economie of de creatieve vakken om de verbeeldingskracht van leerlingen aan te spreken? Denk aan een vak als tekenen waarin je leerlingen vraagt om nieuwe beelden te ontwerpen voor economische vraagstukken. Dit zijn ontwikkelingen die we nu in het hbo al zien plaatsvinden. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van Femke Herregraven (zie kader onderaan artikel-red.).’
Aansluiting bij jongeren
Nijman geeft een voorbeeld van meer praktisch en actueel economieonderwijs waar hij als vrijwilliger bij betrokken is: ‘Op het Bonhoeffer college (technasium) in Castricum hebben we de leerlingen nu als opdracht gegeven om een lokaal transactiesysteem te ontwerpen dat aansluit bij jongeren. Zij moeten dan zelf bedenken hoe en op welke manier zij onderling transacties kunnen hebben, en hoe een applicatie dit kan ondersteunen. Ze zijn in de derde klas nog niet bezig met de techniek van het afhandelen van de transacties, maar dat kun je in de examenklassen natuurlijk best opvolgen, zeker als dit weer gecombineerd wordt met hbo- of wo-stageplaatsen om dit te begeleiden.’
Nijman vindt het idee van NADO om ecologie en economie samen te brengen in een nieuwe manier van leren en lesgeven voor docenten in het vo en mbo hard nodig: ‘We hebben een enorme behoefte aan kritisch denkende leerlingen die goed weten wat de uitdagingen van de 21ste eeuw zijn. En echt niet om de problemen op hun bordje te leggen, maar om ze toe te rusten om met de problemen om te gaan en de huidige generatie ter verantwoording te roepen. Er zijn al docenten die hier invulling aan proberen te geven. Maar zij worden door het onderwijssysteem, het curriculum en de examenprogramma’s eerder tegengewerkt dan geholpen. Als we deze groep kunnen ondersteunen en versterken, dan ontstaat er meer druk op dat systeem.’
Maarten Nijman (1971) is sinds 2020 directeur van ONE (Our New Economy), een denktank die zich richt op het veranderen van denken over de economie. Hij ontwikkelt lesmaterialen en online trainingen, en is medeauteur van de publicatie Integratie naast Competitie. Na zijn studie Sociaal Wetenschappelijke Informatica aan de UvA (heuristieken en biases in kennisintensieve systemen) werkte hij vijftien jaar in de financiële wereld. Vanaf 2010 werkte Nijman als coach en trainer met mensen die hun organisatie en processen willen verbeteren. Naast zijn dagelijkse werk is hij zanger en gitarist in de band All You Can Eat.
Tekst: Henk Tameling | Foto: Bartjan de Bruijn