Vanuit de overheid ontbreekt visie en beleid op het gebied van duurzaam onderwijs, schrijft een coalitie uit het onderwijsveld. Een gezamenlijke oproep aan het komende kabinet om te investeren.
De klimaatcrisis, de fijnstof- en stikstofproblematiek, de toenemende ongelijkheid, het enorme verlies aan biodiversiteit en het aanstaande tekort aan grondstoffen bedreigen de toekomst van ons en, vooral, van onze jongeren. Reden voor Mark Boode, Teachers for Climate NL, Giuseppe van der Helm, Coöperatie Leren voor Morgen, Werner Schouten, Jonge Klimaatbeweging, Heleentje Swart, SPARK the movement en Henk Tameling, Nederlandse Academie voor Duurzaam Onderwijs, de overheid op te roepen te investeren.
Roep om concreet onderwijsbeleid
Het streven naar een duurzame toekomst en CO2-neutrale samenleving is inmiddels helder verwoord in internationale en nationale akkoorden en verdragen. In de Sustainable Development Goals (SDG) van de VN hebben alle landen van de wereld samen afgesproken wat we moeten doen om al in 2030 tot een stabiele samenleving te komen. Maar hoe moet het onderwijs de nieuwe generatie opleiden om deze doelstellingen te bewerkstelligen? Zonder bewustzijn, kennis en vaardigheden gaan we die SDG’s immers niet realiseren.
Gelukkig zijn veel docenten en organisaties zoals de Coöperatie Leren voor Morgen, al jaren bezig met duurzame ontwikkeling in het onderwijs. Er zijn netwerken, zoals Duurzaam MBO, Teachers for Climate en Duurzame PABO, waarin bijna 2.000 docenten goede voorbeelden delen en elkaar inspireren. Vanuit de basis is voldoende beweging. Met curriculum.nu is een stap gezet in de goede richting, maar de voorstellen werden door de politiek vooralsnog niet vertaald naar concreet onderwijsbeleid.
21ste-eeuwse vaardigheden
Wat ontbreekt is een visie vanuit het parlement en de overheid. Van een duidelijke regie, laat staan van een beleid op het gebied van duurzaam onderwijs, is geen sprake. Ons onderwijs is de laatste vijftig jaar nauwelijks veranderd. De leerdoelen voor po en vo zijn al veertien jaar niet veranderd, en ondanks een veelbelovend proces binnen curriculum.nu zal dat de komende jaren ook niet gebeuren.
Het onderwijsdebat gaat vooral over achterstanden, salarissen en kansenongelijkheid. Belangrijke elementen natuurlijk, maar is de primaire taak van het onderwijs niet om onze leerlingen en studenten voor te bereiden op de samenleving van de toekomst? En moeten we, nu de veranderingen exponentieel zijn, dan niet meer aandacht besteden aan 21ste-eeuwse vaardigheden als kritisch denken, samenwerken en ondernemen? En duurzaamheid een prominente plek geven in onderwijsprogramma’s?
Van de overheid en het komende kabinet verwachten wij de komende vier jaar een stimulerende en faciliterende rol op het gebied van duurzaam onderwijs. Van scholen verwachten we het inbedden van duurzaamheid in beleid en integrale programma’s, met meer ruimte voor de docent om vakoverstijgend op de actualiteit in te spelen en te leren van de eigen omgeving.
Duurzaamheidseducatie
Wij vragen daarom steun voor een ander curriculum met centrale aandacht voor de Sustainable Development Goals, onder andere in de nieuwe leerdoelen voor het po en vo en in de kwalificatiedossiers van het mbo. Daarbij horen exameneisen over klimaat, biodiversiteit, energietransitie, circulaire economie, diversiteit en inclusiviteit, internationale samenwerking.
Vak- en leerjaaroverstijgend onderwijs moet in verbinding staan met de leeromgeving en de omgeving buiten school. Dat betekent verduurzamen van eigen gebouw en bedrijfsvoering van elke onderwijsinstelling.
Laat leerlingen en studenten in de praktijk ontdekken aan welke vraagstukken zij in de toekomst de meest zinvolle bijdrage kunnen leveren en jongeren op elk beslissingsniveau actief en structureel betrekken bij de invulling van het onderwijs. Geef meer ruimte en faciliteiten voor docenten om hun expertise en vakinhoud doorlopend te actualiseren en zorg voor beschikbaarheid van goede trainingen op dit gebied voor elke docent.
Tot slot: een landelijke regiefunctie van de overheid om het proces van duurzaamheidseducatie te coördineren en te faciliteren, onder andere door labeling van onderwijsgelden om te zorgen dat duurzame onderwijsontwikkeling inderdaad op de werkvloer geïnvesteerd wordt. Een stimuleringsfonds voor duurzaamheidseducatie van het nieuwe kabinet is daarbij onmisbaar.