Schoolleiders, docenten én leerlingen ontzorgen

Sinds januari bieden NADO, Stichting Technotrend en Teachers for Climate gezamenlijk een reeks masterclasses aan die docenten helpen bij het geven van duurzaam onderwijs. Mark Boode is één van de trainers van de masterclass Toekomstdenken. Hij blikt terug en beschrijft wat de eerste masterclasses losmaakten bij de deelnemende docenten.

Opstart van de masterclasses i.s.m. Marlise Achterbergh, duurzaamheidscoördinator Esprit Scholengroep Amsterdam.

Een collega uit Leiden vroeg zijn tweede klas naar een goede titel voor een les over klimaatverandering. De leerlingen kwamen eruit: ‘WHAT THE FUCK is er aan de hand en wat kunnen we eraan doen?’ Het is één van de praktijkvoorbeelden die ik graag gebruik tijdens het geven van een masterclass over duurzaamheidsonderwijs. De anekdote geeft perfect weer wat leerlingen nodig hebben: ruimte om emoties te uiten, kennis en handelingsperspectief.

Maatschappelijke vraag

De eerste masterclasses duurzaam onderwijs zijn gegeven. Schoolleiders hebben de studiedagen gericht ingekocht. Ze voelen dat de veranderende arbeidsmarkt, nieuwe wetgeving, het veranderende opleidingsaanbod en aanstaande wijzigingen in het wettelijk curriculum vereisen dat scholen structureel verduurzamen. Dat gevoel van urgentie leidt ook tot vragen: waar beginnen we, hoe krijgen we iedereen op school mee, en kunnen jullie zorgen voor ‘een gemeenschappelijke taal’?

Worsteling

Al tijdens mijn plenaire openingskeynote blijkt dat ook docenten worstelen. De behoeften van leerlingen worden door docenten sterk gevoeld, maar vaak zijn ze zelf zoekende. Weet ik genoeg van dit onderwerp, hoe blijf ik apolitiek, hoe ga ik om met emoties, hoe kan ik leerlingen helpen? Docenten die al begonnen zijn, startten vaak als eenzame pionier, met op zichzelf staande lesopdrachten. Ze onderzoeken hoe ze verder kunnen komen, en stellen de vraag: Hoe kan ik duurzaamheid van ‘extra onderdeel’ doorontwikkelen tot een integraal onderdeel van mijn lessen? Hoe krijg ik collega’s mee? Hoe koppel ik dit aan de bestaande exameneisen?

Andere docenten twijfelen nog. Sommigen hebben het moeilijk met kinderen uit rijkere gezinnen, want wat heeft het voor zin om met duurzame ontwikkeling te beginnen met kinderen die in de voorjaarsvakantie gaan wintersporten in Japan of Canada? Anderen worstelen juist met leerlingen uit armere wijken: hier staat de verwarming al op zestien graden en delen meerdere kinderen samen een laptop; is het eerlijk om met hén over duurzaamheid te praten? In de zaal ontstaat discussie over dit dilemma: wie zijn wij als docenten en als mensen, als we deze kinderen wéghouden van de noodzaak om te verduurzamen?

Klimaatwetenschap

In het tweede deel van de plenaire introductie laat Bart Verheggen zien dat klimaatwetenschap een harde natuurkundige wetenschap is, waarin gemeten fenomenen en veranderingen te herleiden zijn tot concrete natuurkundige en scheikundige wetten en processen. In de zaal wordt het verschil met economie opgemerkt: economische systemen (hoe leidend ook) zijn door mensen gecreëerd en worden alleen door mensen in stand gehouden. Omdat leren voor duurzame ontwikkeling door sommige leerlingen en ouders nog steeds als ‘links’ of ‘activistisch’ wordt gezien – ook onder invloed van de ontkenning van klimaatverandering op sociale media – gaat Verheggen uitgebreid in op het signaleren en omgaan met misinformatie, drogredeneringen, politisering en de rol van social media.

Toekomstscenario’s

De gecombineerde introductie blijkt een goede opening naar een inhoudelijke verdieping in verschillende masterclasses, gegeven aan kleinere groepen met maximaal 25 docenten: duurzame didactiek, systeemdenken, challenge based learning, buitenonderwijs. Zelf loop ik met collega Frank Goethals de trap op naar een lokaal waar we ’s ochtends alles al hebben klaargezet voor de masterclass Toekomstdenken. De stoelen in een halve cirkel, bewegingsruimte voor verschillende opstellingen, de vloer met tape verdeeld in verschillende vakken, posters van verschillende toekomstscenario’s aan de muur.

Met een groep van twintig docenten verkennen we bestaande toekomstbeelden en gewenste toekomsten. We praten op verschillende manieren over de verschillen, over systemische verandering en individuele invloed. We koppelen gewenste toekomsten aan kennis, waarden, vaardigheden en attitude in het onderwijs. We verkennen de scenario’s Nederland 2050 van het Planbureau voor de Leefomgeving en vertalen alles naar differentieerbare lesopdrachten als de ‘Polak methode’, ‘Dagboek uit de Toekomst’ en ‘Reisgids Nederland 2050’.

Handelingsperspectief

De masterclass Toekomstdenken is mede gebaseerd op de Didactiek van de Hoop, ontwikkeld door de Universiteit Utrecht i.s.m. Stichting Technotrend. De kern: laten zien dat er talloze toekomsten mogelijk zijn, afhankelijk van de keuzes die we nu maken. Aan de lesopdrachten is een – nog lopend – landelijk onderzoek van de Universiteit Utrecht gekoppeld dat onderzoekt welke invloed duurzaamheidsonderwijs heeft op de toekomstverwachting van jongeren.

Op een natuurlijke manier komen we in de workshop terecht in een interessante spagaat. De toekomst die de docenten verwachten, is een andere dan de toekomst die ze willen. En dat leidt tot een gewetensvraag: moeten we onze leerlingen voorbereiden op verwachte (vaak lineair economische en hightech) toekomstscenario’s die zo een selffulfilling prophecy worden? Of moeten we onze leerlingen zo toerusten dat ze de gewenste (sociale, circulair economische, natuurinclusieve) toekomstscenario’s kunnen realiseren? Of moeten we beide doen?

Emoties

Verderop in de masterclass komt een lastiger onderdeel voor veel docenten: omgaan met emoties. Want de ontdekking dat een systeem dat werkte niet langer werkt, zonder dat er een alternatief klaarligt, zorgt voor onzekerheid, verdriet en verzet. Zowel bij leerlingen als bij de docenten die leerlingen hierin willen of moeten begeleiden. We leren van de praktijk. Ook in de masterclass Toekomstdenken blijkt de vraag ‘wat doet dit met je?’ waardevoller dan de vraag ‘wat vind je ervan?’. Waar meningen over oplossingsrichtingen verschillen, kunnen we elkaar op emotioneel niveau vaak wel begrijpen.

Gemeenschappelijke taal

Na afloop delen we aan alle docenten het Model Transformatief Duurzaamheidsonderwijs van Teachers for Climate uit. Het is gebaseerd op de Whole School Approach en internationale onderwijswetenschappen. Het helpt docenten en schoolleiders om zelf uit te zoeken hoe ze de inhoud van hun lessen, de didactiek en de schoolcultuur kunnen inzetten om leerlingen en studenten op te laten groeien met de mindset van ‘planetair burgerschap’. Dat houdt in dat we ons allemaal verantwoordelijk voelen voor het welzijn van al het leven op aarde én ons daarnaar gedragen. Gedeelde begrippen als ‘planetair burgerschap’ creëren bovendien ‘een gezamenlijke taal’.

In de plenaire afsluiting koppelen trainers en deelnemers nog een aantal ervaringen terug. In meerdere masterclasses is gesproken over het thema objectiviteit. Iedereen kwam tot de conclusie dat onderwijs nóóit vrij is van waarden. Maar welke waarden maken we leidend? En wie beslist of leren voor duurzame ontwikkeling een (a)politieke keuze is of niet?

Niet langer een politieke keuze

Inmiddels heeft het Europees Hof aan die laatste discussie definitief een einde gemaakt. In de zaak van de Zwitserse ‘Klimaatseniorinnen’ oordeelde het Hof op 9 april 2024 dat klimaatverandering een bedreiging is van mensenrechten zoals gezondheid, veiligheid, bestaanszekerheid. Die uitspraak is bindend en dat heeft enorme consequenties: op basis van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (de uitspraak is gebaseerd op artikel 2 en 8) zijn alle 46 Europese landen die dit verdrag hebben ondertekend nu verplícht om klimaatverandering tegen te gaan, dus ook in het onderwijs! Daarmee is verduurzaming niet langer een politieke keuze, het is een juridische plicht geworden die iedere burger aangaat.

De toekomst maken we zelf

We eindigen de dag met een realisatiemomentje. De huidige brugklassers zijn in het jaar 2100 ongeveer 89 jaar. Als we al onze leerlingen vanaf nu opleiden met een duurzame mindset, dan is deze mindset in 2050 voor de helft van de beroepsbevolking vanzelfsprekend. Een hoopvol, positief én haalbaar vooruitzicht.
Tijdens de geplande gezamenlijke borrel wordt volop nagepraat. De toekomst maken we zelf, laten we dat besef benutten!

Ook interesse in een studiedag met verschillende masterclasses, een workshop met verkorte masterclass of een of meer volledige masterclasses? Bekijk alle elf masterclasses en wat er mogelijk is!

Tekst en foto’s: Mark Boode

Mark Boode is trainer/ontwikkelaar van de masterclasses, medeoprichter van Teachers for Climate en Schrijvers voor Toekomst, en schrijver van young adult boeken (o.a. Winnen van de Wereld, Lemniscaat).

Meer inspiratie:

De stapelaars in zijn onderwijsfamilie

Jeroen Dijsselbloem komt uit een onderwijsgeslacht, koos voor de politiek, en schreef 'De onderwijsfamilie', een familiekroniek over honderd jaar onderwijs in Nederland.

‘Respect en vertrouwen zijn de basis’

Sinds deze zomer is ze secretaris in het bestuur: Trisha Goossens. Wie is deze Amsterdamse, moeder van drie dochters en hoe gaat zij om met duurzaamheid?

‘De dialoog tussen docent en leerling telt’

TIen leerlingen geven hun mening over duurzaamheid en klimaat in relatie tot vakken, toetsen en docenten.